In de loop van de jaren vijftig komt Nederland onder invloed van de Amerikaanse muziek zoals de countrymuziek, de blues, de jazz en de Rock-‘n-Roll. Jongeren luisteren naar zangers als Elvis Presley, Bill Haley (Rock around the clock) en Chuck Berry. In de jaren zestig worden de Beatles en de Rolling Stones (en nog veel meer popgroepen) de idolen van de jongeren die er bovendien uit willen zien als hun idolen. Jongens laten hun haar groeien, meisjes dragen minirokjes. Popmuziek gaat bij de massacultuur horen. Veel jongeren gaan naar discotheken en festivals. Muziek wordt een onderdeel van hun manier van leven. Luister hier naar deze les (ca. 3 min.).
[audio:03_popmuziek.mp3]