John van Zuijlen.nl

Revoluties in soorten en maten

In 1966 stonden The Beatles, met vier singles, negentien weken lang op de eerste plaats van de Top 40. Opmerkelijk genoeg werd de vernieuwende muziek van het populaire Engelse viertal dat jaar ook getroffen door een boycot. De uitersten liggen soms dicht bij elkaar en de gevierden werden verguisd. John Lennon liet tijdens een interview zijn gedachten een wat al te vrije loop en stelde vast dat The Beatles populairder waren dan Jezus.

Een wereldwijde rel was het gevolg. Radiostations weigerden nog langer Beatles-platen te draaien en in Amerika belandde het oeuvre van de Liverpoolse muziekvernieuwers her en der op de brandstapel. Een soort excuus van Lennon bluste de brandjes en de platenverkoop kwam weer op gang. Gelukkig want The Beatles hadden voor de (muziek)wereld nog heel wat in petto zoals bleek uit prachtige LP’s als Sergeant Pepper (1967), het dubbele witte album (1968) en Abbey Road (1969).

Het gaat ver The Beatles een muziekrevolutie toe te dichten, al zou die aanduiding in het jargon van die jaren niet misstaan hebben. Oude waarden en methoden gingen op schop, de samenleving kreeg nieuwe veren en wie zich verzette tegen ‘het gezag’ zag zich omringt door steeds meer vernieuwers met overigens zo hun eigen opvattingen over de nieuwe tijd.

Mao Tse Toeng startte in China zijn allerminst zachtzinnige Culturele Revolutie, Che Guevara zette zijn revolutionaire strijd voort in Argentinië en Bolivia en in Amsterdam vonden de provo’s steeds nieuwe aanleidingen zich te verzetten tegen de ‘oude orde’.

De bezem

Veel ‘keuriger’ was de maatschappijkritiek van de nieuwe politieke partij D’66, opgericht door de ex-VVD-er Hans Gruyters, gemeenteraadslid in Amsterdam en Hans van Mierlo, redacteur bij het Algemeen Handelsblad. D’66 wilde ‘het slecht functionerend staatsbestel’ met zijn oorsprong in de negentiende eeuw ‘radicaal veranderen’. Het appŠl om de bezem door de Haagse politiek te halen sloeg aan, zoals bleek bij de verkiezingen van 1967 toen D’66 in ‚‚n klap met zeven zetels in de Tweede Kamer kwam. Die verkiezingen waren noodzakelijk geworden door de val van het kabinet-Cals in de nacht van 13 op 14 oktober 1966. Aanstichter van de toen uitgevoerde nachtelijke coup was de KVP-er (en partijgenoot van Cals) Norbert Schmelzer. Hij nam geen genoegen met de deels ongedekte begroting van de rooms-rode coalitie en met een motie stuurde hij de regering in deze ‘Nacht van Schmelzer’ naar huis, daarmee tevens tweestrijd zaaiend in eigen gelederen. Deze interne strubbelingen leidde echter wel weer tot het zoeken naar nieuwe wegen, ook noodzakelijk geworden door het gevoelige verlies van acht zetels dat de KVP bij de kamerverkiezingen leed.

Monarchie

De KVP werd daarmee, waarschijnlijk onbedoeld, aangestoken door het vernieuwingsvirus waaraan toen niemand leek te ontkomen. In oktober 1966 kwamen zelfs de Nederlandse bisschoppen met een Nieuwe Kathechismus als neerslag van een meer progressieve koers die het Nederlands episcopaat wilde varen. Ook de Partij van de Arbeid, kwam met een nieuw gewaagd partijprogram, al waren de socialisten dat natuurlijk aan hun stand verplicht. ‘Tien over Rood’ heette het manifest waarin afschaffing werd bepleit van de monarchie na het aftreden van Juliana. Nederland moest uit de NAVO, de DDR moest erkend worden en de inkomensverschillen ernstig genivelleerd.

Het anti-koningshuis-gevoel kwam ook boven tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus op 10 maart in Amsterdam, waar rookbommen en rellen het decor vormden van de meest besproken trouwpartij van 1966. Meer ongeregeldheden in de hoofdstad op 13 en 14 juni tijdens het zogeheten bouwvakkersoproer. Ingrepen in het vakantiegeld, een overleden collega tijdens een demonstratie en de berichtgeving daarover door De Telegraaf waren voldoende voor een ware veldslag. Duizend bouwvakers tegen de politie, een bestorming van de gebouwen van De Telegraaf en het in brand steken van drie expeditiewagens. Geen steen leek in 1966 op zijn plaats te kunnen blijven, soms letterlijk soms figuurlijk. In de volgende jaren zou blijken wat dat onder ander voor Vietnam betekende.

Gebeurtenissen in 1966

10 januari
De Russische premier Kosygin brengt vrede tot stand tussen India en Pakistan. Kort na de ondertekening van het vredesverdrag overlijdt de Indiase premier Lal Bahadoer Shastri (61). Mevrouw Indira Gandi wordt zijn opvolger.
3 februari
De Russen maken een zachte landing op de maan
20 februari
Kees Verkerk wordt wereldkampioen hardrijden op de schaats (Göteborg). Ard Schenk wordt tweede. Bij de Europese kampioenschappen in Deventer, vier weken eerder, was de volgorde omgekeerd
Maart
In Indonesië verliest Soekarno na een machtsstrijd achter de schermen de macht aan luitenant-generaal Soeharto
31 mei
In Vietnam vindt, als protest tegen de regering van Nguyen Cao Ky, de vijfde openbare zelfverbranding plaats in drie dagen
27 juli
Brandstichting in de Indonesische ambassade in Den Haag door Zuidmolukkers als protest tegen de executie van hun voorman dr. Chr. Soemokil op 12 april
6 september
Moordaanslag op de Zuidafrikaanse premier Hendrik Verwoert. Hij komt om het leven door messteken van een parlementsbode
13-14 december
Eerste Amerikaanse bombardementen op Hannoi, de hoofdstad van Noord-Vietnam
27 december
Bestorming van de Indonesische ambassade in Den Haag door Molukse jongeren tijdens een demonstratie

Geboren in 1966

9 februari
Ellen van Lange, atlete
16 mei
Janet Jackson, zangeres
30 juni
Mike Tyson, bokser
25 augustus
Antonie Kamerling, acteur

Overleden in 1966

1 januari
Vincent Auriol (81), politicus, Franse oud-president
11 januari
Lal Bahadoer Shastri (61), premier van India
9 mei
Mgr. W. Bekkers (58), bisschop van Den Bosch